Interviews met gedreven dirigenten van kinder- en jeugdkoren.
BALK wil graag de koorzang door kinderen en jongeren stimuleren en stelt een subsidie beschikbaar voor koren die met een jeugdkoor gaan samenwerken. In de serie Tien vragen aan... vind je interessante interviews met dirigenten van jeugdkoren .
Ik ben
Wilbert de Groot
en ben de dirigent van Pabo-Junior. Ik was één van de twee initiatiefnemers van de oprichting van het kinderkoor. Toen de eerste dirigent van Junior ziek werd heb ik het ‘even’ overgenomen. En dat is nu meer dan 10 jaar geleden. Het werken met de junioren van Zanggroep Pabo is ontzettend leuk en een grote uitdaging. Ik probeer de muziek zoveel als mogelijk af te stemmen op wat onze leden leuk vinden en wat past in ons programma. Zelf zing ik al meer dan 25 jaar bij het Pabo-Koor, maar zingen doe ik al bijna mijn hele leven.
1. Is het werken met kinderen/jeugd leuker dan met volwassenen?
Het werken met kinderen vind ik ontzettend leuk. Kinderen geven het enthousiasme waarmee je les geeft meestal direct terug en dat geeft weer veel energie om door te gaan.
2. Hoe en waar ontdekte je dat?
Ik zing zelf al sinds mijn vroege kinderjaren. Bij (kinder) koren zat ik ook in werkgroepen, werkte mee als vrijwilliger bij activiteiten en kampweekenden. Ik zat in twee koorbesturen, volgde zanglessen en korte cursussen. Daar ontdekte ik mijn passie voor het werken met kinderen.
Bij zanggroep Pabo was ik voorzitter van het bestuur en samen met de toenmalige dirigent hebben Pabo-Junior opgericht als “kweekvijver” voor het “grote” koor.
3. Wat is het grootste verschil tussen werken met kinderen/jeugd en volwassenen?
Volwassenen zijn veel kritischer maar ook niet altijd eerlijk, dat geeft mij juist minder energie. Kinderen zijn heel eerlijk en daardoor is het gemakkelijker om met signalen om te gaan.
4. Wat is de grootste denkfout die veel mensen maken t.a.v. kinderen/jeugd?
Ik spreek liever niet over denkfouten maar ik denk dat wij in de korenwereld de lat vaak erg hoog leggen voor kinderen. Bij Zanggroep Pabo hebben we dat ook en hadden we ook hoge verwachtingen van een twee-jarige opleiding koorzang bij kinderen. Veel theorie, oefeningen, basiselementen en weinig uitvoeringen. Na twee jaar daalde de animo en hebben we het concept aangepast. Choreografie, drama zijn aan de lessen toegevoegd. Disciplines als zang, dans en toneel werden samengesmeed tot het huidige concept. Daarmee onderscheiden we ons van andere kinderkoren in de regio. Kinderen die kiezen voor een (klassieke) zangopleiding verwijzen wij naar de plaatselijke muziekschool.
5. Willen kinderen uberhaupt nog wil zingen?
Ja! Dat merken we aan de aanmeldingen. Sommigen vinden het moeilijk maar uiteindelijk is het zo geweldig om het meest verlegen koorlid op het podium te zien stralen.
6. Wordt er nog voldoende gezongen op de scholen?
Dat is per school zeer verschillend. Sommige scholen kiezen bewust voor een vakdocent muziek, bij anderen wordt het muzikaal onderwijs verzorgd door de eigen leerkracht. Ook hier zou veel meer gewerkt mogen worden aan ‘samen plezier maken met zingen door toevoeging van andere elementen die het voor ieder kind aantrekkelijk maken met muziek, dans en toneel bezig te zijn. Veel kinderen leren zich hierdoor veel gemakkelijker te uiten.
7. Op televisie zien we veel programma’s met zang, vind je dat een goede ontwikkeling?
Op zich wel, hoewel de kinderen wel vaak te volwassen worden getraind…Soms vraag ik me af of het kind nog kind mag zijn.
8. BALK geeft koren subsidie als zij een kinder/jeugdkoor betrekken bij een optreden/concert. Is dat een goed begin?
Dat is een hele goede ontwikkeling. De kinderen van ons Junior-Koor vinden het fantastisch om samen met de grote op te treden. Het stimuleert hen door te gaan en uiteindelijk te blijven zingen. Ook hun ouders worden zodoende betrokken in de korenwereld.
9. Wat zou BALK nog meer kunnen doen?
Het is best moeilijk passend geschikt repertoire te vinden voor kinderkoren. Ik doel dan met name op hedendaagse muziek. Juist de afwisseling van muziekstijlen is een must. Nu kost het veel tijd en geld om de juiste werken te laten arrangeren voor koor en orkest.
10. Wat zouden alle koren kunnen doen als zij denken aan kinderen/jeugd?
Ik geloof nog steeds in het concept van een jeugdkoor als “kweekvijver” voor volwassen koren. Een tussenkoor voor kinderen tussen de 12 en 16 jaar zou nog een welkome aanvulling zijn omdat ook bij ons de stap in het 14 levensjaar lastig is of wordt ervaren. Belangrijk hierin is en blijft de individuele begeleiding van het kind. We moeten rekening houden met de ontwikkelingsfase van het kind, waar is het kind aan toe en wat kunnen we doen om ook deze leden enthousiast te houden en te behouden als lid.
