Tien vragen aan... Yvonne Bouvrie

 

Interviews met gedreven dirigenten van kinder- en jeugdkoren

BALK wil graag de koorzang door kinderen en jongeren stimuleren en stelt een subsidie beschikbaar voor koren die met een jeugdkoor gaan samenwerken. In de serie Tien vragen aan... vind je interessante interviews met dirigenten van jeugdkoren .


Yvonne Bouvrie en De Zingende B'EngelsYvonne Bouvrie

is geboren en getogen in Zuid-Limburg waar ze vanaf haar 7de  gezongen heeft in een (liturgisch) kinderkoor en later in een jeugdkoor. Na de verhuizing naar Eindhoven is ze gaan zingen in het gemengd koor van de parochie Achtse Barrier/Blixembosch in Eindhoven. Door vrijwilligerswerk bij de werkgroep communievieringen in deze parochie is ze in de rol van dirigent voor het kinderkoor gerold.
In 2003 startte ze met de cursus koordirectie bij het CVA, nu Kunstbalie in Tilburg. Vanuit de introductiecursus is ze steeds doorgestroomd, met soms een wachttijd tussen de vervolgopleidingen, naar het afronden van de MDO (meerjarige dirigentenopleiding) in november 2010. Ondertussen heeft ze diverse workshops bijgewoond die betrekking hebben op het reilen en zeilen binnen een kinderkoor. Workshopleiders waren o.a. Caro Kind, Herma van Piekeren, Annemiek van de Ven, Silvia van der Vinne, Jim Gilloffo en Harrie Spronken. Tevens volgde ze zangles bij “De Stemsleutel” in Eindhoven bij Lydwien Donkers.

Ze staat ruim 13 jaar voor De zingende B’Engels. Het koor is sinds september 2009 geen parochiekoor meer, maar een profaan kinderkoor.

 

 

1. Is het werken met kinderen/jeugd leuker dan met volwassenen?

Ik vind het leuk om zang aan te leren aan kinderen zonder muzikale ‘bagage’. Ze beginnen onderaan de ladder en gaandeweg zie je ze groeien. Zowel op muzikaal gebied als ook in de vrijheid van durven zingen, denk hierbij bijv. aan solo’s. Zingen doe je met je hele lijf en een kind kan door zingen zichzelf ontdekken en zeker ook ontplooien. In ons geval bieden wij onze leden ook een veilige omgeving om hen deze ontwikkeling zonder problemen en valse schaamte door te maken.

 

2. Hoe en waar ontdekte je dat?

Ik ben destijds gevraagd door de pastoor van de parochie om het kinderkoor, wat dreigde te gaan stoppen, te gaan leiden. Vanaf mijn kinderjaren heb ik gezongen in kinderkoor, jeugdkoor en later gemengd koor. Ook de liefde voor werken met kinderen heeft mij doen besluiten hierop in te gaan. Door het project ‘Áls het groene hout…. ‘ van CVA Noord Brabant (nu Kunstbalie) heb ik diverse dirigentencursussen gevolgd en in 2010 de MDO opleiding met goed gevolg afgelegd.

Door deze opleiding ben ik er achter gekomen dat mijn hart vooral ligt bij de kinderkoorzang.

 

3. Wat is het grootste verschil tussen werken met kinderen/jeugd en volwassenen?

Het benaderen van en werken met kinderen geschiedt heel anders dan het benaderen van en werken met volwassenen. Kinderen verwachten aangesproken te worden op hun eigen niveau. Duidelijke afspraken maken en blijven herhalen is hiervan een mooi voorbeeld. Bij het kinderkoor waar ik mee werk, hanteer ik verschillende niveaus/koorklassen, zodat elk kind op zijn/haar eigen niveau en tempo kan ontwikkelen binnen het koor.

 

4. Wat is de grootste denkfout die veel mensen maken t.a.v. kinderen/jeugd?

Bij kinderen moet het allemaal simpel en vooral leuk zijn. In de praktijk blijkt juist dit heel anders te zijn. Kinderen ‘vragen’ juist om uitdagingen. Maar uiteraard moet het niet zo moeilijk zijn dat zij op de tenen moeten gaan lopen. Kinderen staan veel meer open om nieuwe dingen te leren dan misschien van ze zou verwachten. Het behandelen van muziektheorie/solfège is een must om resultaten te boeken.

Waar wij als koor vaak tegenaan lopen is het feit dat men denkt dat een kinderkoor elk moment beschikbaar kan/moet zijn voor optredens. Men vergeet, dat ook een kinderkoor een jaarplanning heeft.

Ook kinderen/ouders hebben vele andere bezigheden. Kinderen zijn nu eenmaal afhankelijk van hun ouders. Als deze nee zeggen kunnen wij het als kinderkoor wel vergeten.

 

5. Willen kinderen überhaupt nog wil zingen?

Ja, kinderen willen vaak graag zingen, maar de maatschappij/omgeving weerhoudt hen er vaak van. Kinderen zijn ook afhankelijk van de wil van de ouders. Wij merken binnen ons koor vaak de mentaliteit van ‘sporten gaat boven zingen’ en vermoeden dat dit ook een algemene tendens is van tegenwoordig. De buitenwereld heeft vaak niet door wat zingen met een kind doet. Zingen is emotie en van nature heeft elk mens deze gave.

 

6. Wordt er nog voldoende gezongen op de scholen?

Op veel scholen niet, maar wij weten uit ervaring dat bijvoorbeeld de Vrije scholen hier weer wel heel veel aandacht aan besteden. Zingen op school is vaak afhankelijk van de interesse en kennis van de desbetreffende leerkracht/docent.

Op basisscholen waar een vakleerkracht muziek aanwezig is, wordt meestal ook veel meer gezongen.

 

7. Op televisie zien we veel programma’s met zang, vind je dat een goede ontwikkeling?

Ja en nee.

Ja: Programma’s als Korenslag, The Sing Off en Op zoek naar…. zijn programma’s met inhoud, die koorzang weer op de kaart hebben gezet. Hierbij gaat het om kwaliteit van zang en dat (koor)zang nog helemaal van deze tijd is.

Neen: Programma’s als Idols, Voice kids enz. slaan ons inziens teveel door naar de glitter- en glamourzijde, wat juist de aandacht van de zang weghaalt.

 

8. BALK geeft koren subsidie als zij een kinder/jeugdkoor betrekken bij een optreden/concert. Is dat een goed begin?

Het is een goed begin om op deze manier volwassen koren kennis te laten maken met kinderkoren en hen attent te maken op het bestaan van kinderkoren in de omgeving. Publiek wat naar deze gecombineerde concerten komt luisteren komt op deze manier ook in aanraking met kinderkoorzang.

 

9. Wat zou BALK nog meer kunnen doen?

BALK zou kinderkoren die nu bestaan misschien kunnen helpen met hun PR activiteiten, zowel financieel als het geven van tips en tools. Ook lopen we tegen het feit aan, dat er op radio en TV allerlei liedjes te horen zijn, maar aan bruikbare bladmuziek voor kinderkoor is slecht bereikbaar. Het zou fijn zijn wanneer wij als kinderkoor kunnen putten uit een muzikale bibliotheek van BALK.

 

10. Wat zouden alle koren kunnen doen als zij denken aan kinderen/jeugd?

Koorleden zouden goed op weg zijn als zij informeren naar het bestaan van een kinderkoor in hun omgeving. Er kan dan reclame gemaakt worden voor dit kinderkoor binnen het eigen (volwassen) koor. Misschien zijn er zelfs kinderen van leden die geïnteresseerd zijn in zingen in een kinderkoor en kan op deze manier de mogelijkheid geboden worden.

 

 

 

 

Delen: