Veel koren binnen BALK willen graag uniek zijn in hun nummers en arrangementen, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de klassieke wereld, waar koren juist trots zijn dat ze allemaal hetzelfde zingen (en er hetzelfde uitzien). Veel dirigenten arrangeren zelf de liedjes en ontwikkelen een eigen sound met hun koor. Dit levert tijdens festivals dus ook verrassende momenten op en daarnaast een grote diversiteit in nummers en sound.
Toch is er ook binnen BALK wel sprake van ‘hot’ nummers. Door gebruik van een kleine groep arrangeurs, zoals Tijs Krammer en Jetse Bremer, zingt toch een flink aantal koren dezelfde arrangementen. Inmiddels is deze groep arrangeurs behoorlijk uitgebreid en is er met komst van Chorus Online een nieuw potentieel gegroeid.
Een blik op de vorige programma’s levert een mooi beeld op. Bij het eerste TOPfestival waren populaire nummers Fragile, Lullaby, Onbewoonbaar verklaard, True Colors en bij popkoren: Somebody to love, Angels en I’ve got the Music in me. In 2007 waren er ook veel deelnemers die Let me entertain you, Avond, of Grace Kelly uitvoerden. Bij de kleine groepen was bijvoorbeeld Butterfly van de Finse vocal group Rajaton een hit.
In 2009 waren Hallelujah en nummers van Ramses Shaffy populair. Ook het nummer Words van Anders Edenroth komt bij de middelgrote koren een paar keer voorbij.
In 2011 waren er bij de popkoren, op een paar na, minder dubbelingen: Rolling in the deep en het altijd populaire Rhythm of life. Bij de middelgrote koren en kleine groepen werd Viva la vida een paar keer gekozen.
Voor 2013 is de verwachting dat de bovengenoemde nummers nog niet over hun houdbaarheidsdatum zijn. Het zijn namelijk prachtige nummers, die herkenbaar zijn en misschien het belangrijkst: we zingen ze graag en daarmee lijken we dan toch een beetje op elkaar.
