Tien vragen aan... Mariette Effing

 

Mariette EffingMariette Effing studeerde hoofdvak blokfluit, schoolmuziek en koordirectie (einddiploma) aan het Twents Conservatorium te Enschede (ArtEZ). Op dit moment is ze dirigent van het Tiels Mannenkoor, de Twente University Singers en het Stadsjongenskoor Oldenzaal. Het Stadsjongenskoor telt ongeveer 80 jongens in de leeftijd van 8 tot 28 jaar, verdeeld over vier koren in verschillende leeftijdsgroepen. Daarnaast verzorgt ze lessen stemvorming voor kinderen bij een kindertheaterschool, coacht ze amateurkoordirigenten en geeft ze regelmatig workshops tijdens studiedagen voor kinderkoordirigenten. Ze bezoekt regelmatig symposia en festivals over koormuziek in binnen- en buitenland. Sinds 2009 zit ze in de redactie van het tijdschrift  ZINGmagazine. Meer informatie: www.koorenzo.nl


 

1. Is het werken met kinderen/jeugd leuker dan met volwassenen?

Het is in ieder geval een stuk intensiever. Je kunt je als kinderkoordirigent niet veroorloven dat jij niet weet wat je wilt, want dan gaat de groep onmiddellijk met je aan de haal. Kinderen voelen dat feilloos aan. Ze zijn de hele dag bezig in een razend tempo nieuwe dingen te ontdekken. Kinderen worden, naarmate ze ouder worden, steeds leergieriger en ook kritischer. Zonder het te weten stellen ze hoge eisen aan jou als dirigent. Daarom mag je ook best eisen aan de kinderen stellen, door ze op een gezonde manier uit te dagen alles uit zichzelf te halen. Dat maakt het werken met kinderen en jeugd heel dynamisch.

 

2. Hoe en waar ontdekte je dat?

Toen ik afstudeerde was ik helemaal niet van plan om dirigent van een kinderkoor te worden. Maar toen ik aangesteld werd op een muziekschool in Duitsland kreeg ik ook een kinderkoor onder mijn hoede. Dat hoorde er gewoon  bij. Ik dacht dat mijn Duits goed was, maar kon toch vaak niet snel genoeg de juiste woorden vinden om de kinderen te boeien. Ik kon helemaal geen orde houden. Een voor een haakten de kinderen af, totdat de muziekschool besloot de groep op te heffen. Dat was een goede leerschool. Daarna heb ik wel andere kinder- en jeugdkoren gedirigeerd maar pas toen ik dirigent van het Stadsjongenskoor Oldenzaal werd kreeg ik in de gaten hoe uitdagend het is om met kinderen te werken. In Oldenzaal beginnen de jongens met zingen als ze 8-9 jaar zijn. Het is ontzettend boeiend om ze te zien opgroeien en te mogen begeleiden in de ontwikkeling van hun passie voor muziek.

 

3. Wat is het grootste verschil tussen werken met kinderen/jeugd en volwassenen?

Het leerproces verloopt anders. En het concert is altijd maar een moment in dat leerproces, want er komt nog zoveel na dat concert. Kinderen leren heel erg snel, zijn flexibel en onthouden alles. Het is ontzettend boeiend om te zien hoe ze zich daarnaast ook muzikaal ontwikkelen. Ze groeien, hun stemmen worden voller en bij jongens ook lager, waardoor weer een nieuwe periode van ontwikkelen aanbreekt. Ik heb nu een groepje jongens dat eenmaal per week extra theorie- en solfègelessen volgt omdat ze misschien verder willen in de muziek. Ze hebben zoveel plezier met elkaar en mogen alles nog ontdekken. Daar geniet ik echt van.

 

4. Wat is de grootste denkfout die veel mensen maken t.a.v. kinderen/jeugd?

Dat de muziek moet aansluiten bij hun leefwereld. Ik vind het mijn taak om kinderen en jeugd juist nieuwe dingen aan te reiken, muziek die ze niet kennen, die misschien wel erg ver van ze af staat en waar ze anders nooit mee in aanraking waren gekomen. Er is een verschil tussen de luister- en zangcultuur van kinderen. Waar je graag naar luistert hoeft niet per definitie dat te zijn wat je graag zingt. Er zijn kinderen die op hoog niveau zwemmen, maar er niets aan vinden om naar zwemwedstrijden te kijken. Het gaat bij een kinderkoor om het zingen als activiteit, niet om het passief te ondergaan. Daarom moet je als dirigent ook hoge eisen stellen aan zowel de muziek als de tekst van de liederen die je uitzoekt.

 

5. Willen kinderen überhaupt nog wel zingen?

Natuurlijk willen kinderen zingen. We moeten ophouden met het zingen te problematiseren, en er maar eens positieve stempel op zetten. Zingen is gewoon fijn. Je hebt kinderen die zingen de hele dag bij alles wat ze doen. Waarom ze zingen weten ze niet. Het gaat gewoon vanzelf, het hoort bij het leven.

 

6. Wordt er nog voldoende gezongen op de scholen?

Als kinderen echt willen leren zingen kunnen ze beter bij een kinderkoor gaan waar een goede dirigent voor staat. Natuurlijk is het fijn wanneer er op de scholen word gezongen maar helaas hebben de juffen en meesters vaak niet genoeg muzikale bagage om er iets goeds van te maken. Ik pleit er eerder voor om schoolkoren op te richten onder leiding van een vakleerkracht, of in ieder geval een juf of meester die specialisatie muziek op de Pabo heeft gehad.

 

7. Op televisie zien we veel programma’s met zang, vind je dat een goede ontwikkeling?

Ja, het laat zien dat zingen een hobby is waarin je iets kunt bereiken, maar dat je er wel iets voor moet doen. Ik vind het altijd raar dat aan muziek kennelijk geen eisen gesteld mogen worden. Als je met voetbal verder wilt moet je ook allerlei selectiewedstrijden spelen. Waarom met muziek dan niet? Er is niets erger dan naar een vals en hard zingend kinderkoor te moeten luisteren, en dan het commentaar horen dat het ‘enthousiast klonk’ en het  er ‘zo leuk uit zag ’. Daarmee neem je de kinderen niet serieus.

 

8. BALK geeft koren subsidie als zij een kinder/jeugdkoor betrekken bij een optreden/concert. Is dat een goed begin?

Het is een mooi initiatief. Door kinder- en jeugdkoren te betrekken bij je concerten geef je ze ook de kans om in een mooie ambiance op te treden. Maar onderschat daarbij de kracht van zo’n kinder- of jeugdkoor niet. Ze kunnen zomaar voor een volle zaal zorgen want ze nemen als het goed is ook hun eigen publiek mee. Die subsidie zou dus eigenlijk niet nodig moeten zijn, want een kinder- of jeugdkoor bij je optreden betrekken heeft per definitie al meerwaarde.

 

9. Wat zou BALK nog meer kunnen doen?

Misschien toch meer cursussen of studiedagen organiseren voor het kader, om zo meer professionals te motiveren om met goede bagage met de kinderkoren aan de slag te gaan. Ik pleit er namelijk enorm voor dat er veel meer professionele koordirigenten voor kinderkoren moeten gaan staan. Alleen door de kwaliteit van de kinderkoordirigent te verbeteren krijg je ook betere kinderkoren.

 

10. Wat zouden alle koren kunnen doen als zij denken aan kinderen/jeugd?

Een volwassenenkoor zou een kinderkoor onder haar hoede kunnen nemen, qua organisatie. Een kinderkoordirigent moet vaak van alles alleen doen en is daarbij afhankelijk van welwillende ouders.  Biedt het kinderkoor je bestuurlijke kwaliteiten aan, zorg voor financiële ondersteuning, een repetitieruimte, help met de PR, leen je piano uit en organiseer een gezellige muzikale middag.

 

Delen: