Tien vragen aan... Stefan Boddenberg en Marcella Scheper

 

Stefan Boddenberg en Marcella Scheper zijn beide dirigent van Ameezing Jeugdkoor uit Enschede.

 


Ameezing Jeugdkoor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1. Is het werken met kinderen/jeugd leuker dan met volwassenen?

Zoals te verwachten van twee jeugdkoordirigenten is het antwoord hierop ´ja´. Doordat we werken met jeugd van 12 tot 30 jaar is er altijd een leuke gemoedelijke sfeer op de repetities. De jongeren hebben het samen erg gezellig, maar kunnen op de momenten dat het van ze verwacht wordt ook heel serieus samen aan het werk zijn. Heel fascinerend blijft het om te zien hoe ze met elkaar omgaan ondanks de grote leeftijdsverschillen. De jongere leden voelen zich ‘groot’ tussen de oudere leden en de oudere leden nemen op een hele mooie wijze de jongere leden onder hun hoede. Bovendien geeft het enthousiasme waarmee de jongeren zingen ons geweldig veel energie en daar worden we zelf ontzettend vrolijk van!

 

2. Zo ja of nee, hoe en waar ontdekte je dat?

Marcella heeft tijdens haar opleiding tot muziektherapeut en docent muziek ontdekt hoe leuk het werken met jeugd is. Zij is momenteel dan ook werkzaam als docent muziek in het voortgezet onderwijs. De jongeren zijn heel kritisch, misschien wel meer dan volwassenen, geven feedback op jou als dirigent en dat maakt je scherp. Via Stefan is Marcella binnen gerold bij Ameezing en uiteindelijk dirigente geworden. Stefan had voordat hij dirigent werd zelf al langere tijd in een jeugdkoor van Het Apostolisch Genootschap gezongen. Toen een ander klein groepje jongeren uit Enschede het idee kreeg om samen te gaan zingen was er nog geen dirigent. Stefan is toen (in 2007) begonnen met het dirigeren van dit jeugdkoortje en in 6 jaar tijd is daar het huidige Ameezing Jeugdkoor uit ontstaan.

 

3. Wat is het grootste verschil tussen werken met kinderen/jeugd en volwassenen?

Waarschijnlijk het niveau. Vaak zien we jongeren moeite hebben met meerstemmigheid en stemvastigheid. Het zingen van een altpartij vraagt meer voorstellingsvermogen en oefening dan de vaak bekende melodie van de sopraan. Veel meiden willen liever bij de sopraan staan, terwijl dit niet hun stemsoort is. Volwassenen hebben vaak meer ervaring om aan te geven wat kan en wat niet. Dit is bij een jeugdkoor meer de taak van de dirigent.

Verder proberen we voor onze koorleden altijd verschillende leuke activiteiten te organiseren die we samen kunnen ondernemen. Daardoor ontstaat er nog meer groepsgevoel en eenheid binnen het koor. De jongeren vormen met elkaar eigenlijk een grote vriendengroep die samen ook graag zingt. De nadruk ligt in de eerste instantie niet op de kwaliteit van de muziek, maar op de onderlinge vriendschapsband. Wij zijn ervan overtuigd dat deze band de kwaliteit van de muziek vanzelf ten goede komt.

 

4. Wat is de grootste denkfout die veel mensen maken t.a.v. kinderen/jeugd?

Veel mensen denken dat jongeren moeilijk meerstemmig kunnen zingen terwijl dit niet het geval is. Het Ameezing Jeugdkoor zingt zelfs 6-stemmige arrangementen die aardig pittig zijn. Het is dan essentieel om sterke stemmen achter of naast de wat onzekere personen te plaatsen. Ook kan een alternatieve kooropstelling nodig zijn, afhankelijk van de compositie. Wij zijn daar heel flexibel in!

 

5. Willen kinderen überhaupt nog wil zingen?

Dat blijkt. Ameezing vormt op dit moment een jeugdkoor met 45 koorleden in de leeftijd van 12 tot 30 jaar. Het antwoord op deze vraag is voor ons dus volmondig JA!

Marcella zingt in haar werk ook bijna elke les met haar klas, dus het antwoord is hier het zelfde. De leerlingen vinden het heerlijk om bij de piano te staan. Wat wel belangrijk is; de muziek moet passen bij hun belevingswereld. Als dat niet het geval is moet er een verhaal/filmpje bij komen waardoor ze geraakt worden. Bij klassieke muziek kan dat een stukje biografie zijn of een moderne versie van het werk en noem zo maar op.

 

6. Wordt er nog voldoende gezongen op de scholen?

Marcella hoort vaak van collega’s dat ze de kinderen niet aan het zingen krijgen. Nogmaals; als je het zingen aanpast op de belevingswereld van de leerlingen is vrijwel alles te doen. Uiteraard vinden wij als jeugdkoordirigenten dat er nooit genoeg gezongen kan worden!

 

7. Op televisie zien we veel programma’s met zang, vind je dat een goede ontwikkeling?

Ja en nee. Het is top dat veel jongeren zich hierdoor laten inspireren en niet bang zijn om zichzelf te laten zien. Denk bijvoorbeeld aan YouTube filmpjes met karaoke erbij. Maar niet alles op televisie wordt met evenveel techniek gezongen. De kandidaten van zulke programma’s hebben een eigen geluid en vaak ‘een randje’. Het valt ons op dat dergelijke hese stemmen meestal erg populair zijn, terwijl dit juist vaak een teken is van verkeerd stemgebruik. Het is dus belangrijk dat jongeren zich bewust zijn van goede houding, ademsteun en de eigen (on)mogelijkheden van hun strot. Bij Ameezing besteden we daar ook tijd aan tijdens het inzingen.

 

8. BALK geeft koren subsidie als zij een kinder/jeugdkoor betrekken bij een optreden/concert. Is dat een goed begin?

Dat denken we zeker. Al zou het eigenlijk zo moeten zijn dat jongeren vanaf een bepaalde leeftijd altijd bij een regulier koor zouden moeten kunnen zingen. Het is jammer als dit afhankelijk zou worden van subsidies.

 

9. Wat zou BALK nog meer kunnen doen?

Trainingen geven aan dirigenten om aan de slag te gaan met jongeren. Er is genoeg enthousiasme bij jongeren om te zingen in groepsverband. Vaak moet er een beginnetje worden gemaakt om daadwerkelijk een koor te vormen. Enthousiasme blijft voor ons het sleutelwoord. Het blijft wel moeilijk om met minimale middelen het koor draaiende te houden. Wat dat betreft zouden bovenstaande subsidies beter naar de opkomende/groeiende jeugdkoren zelf kunnen gaan.

 

10. Wat zouden alle koren kunnen doen als zij denken aan kinderen/jeugd?

Niet schromen om jongeren toe te laten bij een koor. Jongeren die van zichzelf een nieuwsgierige houding tegenover koren en zingen hebben zouden gewoon mee moeten kunnen zingen. Ze kunnen zich dan optrekken aan volwassenen en een goed voorbeeld krijgen van (veelal) ervaren zangers. Er ontstaat een kloof tussen jongeren die op school zingen en het volwassen koor. Wij willen er graag aan bijdragen om deze kloof te dichten.

 

Delen: